N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Schrijfster Dalilla Hermans, een belangrijke stem in het racismedebat in België, werd doelwit van de populairste politicus van Vlaanderen. Een stroom haatberichten volgde.
In de nok van een pand boven Cinema Lumière, hartje Brugge, verschijnt schrijfster Dalilla Hermans (37) breeduit glimlachend, alsof ze onlangs niet wekenlang met de dood bedreigd werd. Haar gesprekspartner omhelst ze, ook al is het de allereerste ontmoeting. Doet ze altijd.
„Sorry voor mijn gezwollen oog”, zegt ze nog voor ze koffie heeft ingeschonken. „Ik werd gestoken door een mug en ik ben allergisch.” Ze wijst ernaar, het valt niet op. Dat doet haar kapsel wel; opgeschoren aan de zijkanten, gekleurde vlechtjes als een rieten mandje op haar hoofd gedraaid. Ze draagt gouden oorbellen en een denim broekpak boven zwarte All Stars.
Dalilla Hermans, in Vlaanderen toonaangevend schrijfster van zeven boeken en meer dan vijfhonderd korte columns (‘cursiefjes’) op pagina 3 van de Belgische krant De Standaard, krabbelt op na wat ze een van de meest traumatische perioden van haar leven noemt. Na afloop van een uitzending van Terzake, een actualiteitenprogramma van de publieke omroep VRT, kreeg ze eind maart een stortvloed aan haatberichten en doodsbedreigingen over zich heen die haar wereld en die van haar man en drie jonge kinderen compleet op z’n kop zette. „April was een vreselijke maand.”
Na haar benoeming als trajectcoördinator van Brugge Culturele Hoofdstad 2030, begon de extreemrechtse partij Vlaams Belang een campagne om dat tegen te houden. De lokale afdeling van die partij in Brugge eiste haar ontslag. Bart De Wever, Antwerps burgemeester namens de rechtse partij Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA) en de populairste politicus van Vlaanderen, nam dat discours over en kwam in de studio praten over het fenomeen ‘woke’, waarover hij onlangs een boek uitbracht. Volgens hem is woke de opdeling van de samenleving in „een dadergroep; de beruchte blanke, hoogopgeleide, autochtone man” en „een slachtoffergroep; de mensen met minder dan zeven vinkjes”. Woke creëert polarisatie, zei hij er ook bij.
Verderf en miserie
In die context moest Hermans het ontgelden, als gezicht van die slachtoffergroep, omdat ze zes jaar geleden in een interview met De Standaard in zijn ogen racistische dingen over witte mensen had gezegd, namelijk het volgende: „In de loop van de geschiedenis stonden de blanken altijd aan de verkeerde kant. In bijna elk verhaal brachten de blanken dood, verderf en miserie. […] Terwijl de zwarten hun lot telkens overstegen. Dat geeft mij een soort trots.”
De Wever zou haar vanwege dat citaat nooit hebben aangesteld als degene die voor Brugge de titel Culturele Hoofdstad van Europa 2030 moest binnenhalen, zoals toen net bekend was geworden. Vlak na de uitzending stroomde de inbox van Hermans over van haat. Het ergste vond ze het filmpje van een zwarte man wiens vingers en tong worden afgehakt. Tegen die persoon heeft ze aangifte gedaan.
Nu was ze wel wat gewend – als ze een nieuw boek publiceerde, een scherpe column schreef, als ze lezingen hield die door iemand uit het publiek als aanstootgevend werden ervaren. Ze reist uit veiligheidsoverwegingen al jaren in de eerste klas, nadat iemand die haar door Antwerpen had zien lopen mailde dat hij de volgende keer op het gaspedaal zou drukken. Maar dit, twee weken nadat ze was benoemd als coördinator van het bid, had ze nooit zien aankomen.
Geadopteerd
Ze wil eerst context scheppen over haar uitspraak van zes jaar geleden. „Mijn eerste boek is net uit en ik ben hoogzwanger. Ik word vier uur lang door twee journalisten geïnterviewd, samen met Nozizwe Dube. Zij was als eerste zwarte vrouw voorzitter van de Vlaamse Jeugdraad, waar ik persverantwoordelijke was. Het wordt een vermoeiend interview, waarin we over pijnlijke herinneringen vertellen. Aan het einde krijgen we de vraag: ‘Zwart zijn lijkt wel alleen maar kommer en kwel. Is er ook nog iets wat je goed vindt aan zwarten?’ Ik vond dat een bizarre vraag. Toen heb ik gezegd: eerlijk, als ik kijk naar de geschiedenis, dan vind ik dat blanke mensen vaak aan de verkeerde kant van de geschiedenis hebben gestaan… et cetera. Dat was het einde van het gesprek.”
Hermans voelde meteen: dit gaat gevoelig liggen. Ze vroeg om haar uitspraak wat te nuanceren – ze had het woordje ‘altijd’ graag in ‘meestal’ veranderd en opperde context – maar daar reageerden de journalisten niet op. Er ontstond geen commotie, tot haar grote opluchting. Maar zes jaar later dus wel. „Chapeau voor het communicatieteam van De Wever hoor”, zegt ze nu. „Alles wat ik in al die jaren heb geschreven, is zo gematigd. Dit was een stijlbreuk voor mij. En nu hebben ze één ding kunnen vinden om tegen mij te gebruiken.”
Dalilla Hermans was bijna drie toen ze met haar zusje van bijna vijf door een Belgisch gezin werd geadopteerd. Van haar prille jeugd in een dorpje bij Gitarama in Rwanda herinnert ze zich niets meer, hoewel ze bij terugkeer jaren later op een of andere manier precies wist op welke hoek er een kapperszaak moest zitten.
Knak in levenslijn
Ze groeit op in een wit gezin bij liefhebbende ouders, niet ver van Turnhout. Op school doet ze het goed, ze doorloopt de lagere klassen zonder problemen. Ze heeft veel vrienden, vriendjes, gaat uit – „I was all good”, zegt ze. Wel heeft ze altijd het gevoel gehad te willen rennen, zo veel mogelijk te willen doen met het leven dat ze heeft gekregen. „Als je geadopteerd wordt, komt er een knak in je levenslijn. Ik denk dat er daardoor altijd een soort drang is geweest om mijn eigen verhaal te schrijven.”
Waar al haar vrienden naar Antwerpen en Leuven gaan, vertrekt zij op haar achttiende naar Gent. Ze gaat er „op kot” om sociologie te studeren. Ver weg van haar ouders zijn vindt ze niks, dus die studie breekt ze gauw weer af. Via de kunstacademie in Antwerpen, een lerarenopleiding en journalistiek – studies die ze allemaal niet afmaakt – komt ze in het jongerenwerk en later bij de Vlaamse Jeugdraad terecht, waar ze als persverantwoordelijke aan de slag gaat.
Het is een periode waarin ze frictie voelt in de Belgische maatschappij. Theo Francken is in 2014 namens de N-VA staatssecretaris voor Asiel geworden en sprak in die rol over „kut-Marokkanen”. Meer en meer besefte Hermans dat ze een kind van kleur op een wereld zou gaan zetten waarin ze zelf ook „kwetsuren” had opgelopen. „Uit bescherming” begon ze de politiek beter in de gaten te houden, waar ze tot dan toe matig in geïnteresseerd was. „Ik zag overal incidenten, en kon er ook niet meer van wegkijken.”
Skinheads
Op een middag gaat ze tijdens een lange autorit tekeer tegen haar man Willem. Hij zegt: volgens mij moet je dit eens op papier zetten. Het resultaat is een open brief met als titel ‘Ik ben het beu om te doen alsof het allemaal wel meevalt’, die ze eind 2014 gepubliceerd krijgt op de website De Wereld Morgen.
Hermans vertelt in de brief dat ze als kind niet op verjaardagsfeestjes mocht komen, dat ze niet slaagde voor haar rijexamen omdat haar instructeur zei dat ‘haar volk’ niet kon rijden, dat ze eens onder werd geplast door een groep skinheads. Het moet allemaal maar eens besproken worden, fulmineert ze, en niet zonder effect.
„De brief ging ‘viral’. Alle kranten schreven erover op de voorpagina. Eerst waren de reacties louter positief. Iedereen was geschrokken; dat dit nog bestond! Maar toen iemand van de N-VA een blog schreef waarin stond dat ik witte mensen een schuldgevoel aanpraatte, begonnen de haatberichten.”
Ineens is ze een belangrijke stem in het racismedebat. Hermans gaat in de jaren die volgen op alle aanbiedingen van de media in. Ze doet mee aan tv-programma’s, helpt acht jaar lang achter de schermen bij de omroep VRT „zonder ook maar één factuur” te sturen. „Ik dacht: ik wilde zo graag zwarte representatie, dan moet ik het nu allemaal doen ook.” Door een interviewserie in een feministisch tijdschrift over racisme valt ze op bij een uitgeverij. In 2017 schrijft ze binnen vijf maanden, tijdens de zwangerschap van haar tweede kindje, haar eerste boek: Brief aan Cooper en de wereld. Daarin vertelt ze haar oudste zoon hoe het is om op te groeien „als bruin wolkje in een zee van wit”.
Filteren
Al bijna tien jaar wordt ze eens in de zoveel tijd geconfronteerd met haat. „Waarom? Omdat ik de eerste Vlaamse van kleur was die een ruim platform in de mainstream media kreeg om op een directe manier over de gevolgen van racisme te schrijven.”
Ze dacht met bedreigingen altijd goed om te kunnen gaan, bijvoorbeeld door haar sociale media door iemand te laten filteren, of door „een extra glas wijn” te drinken. Maar omdat het eind maart zo onverwacht kwam en zo lang aanhield, werd ze er harder dan ooit door getroffen.
Zelfs haar zoontje Cooper kon ze er niet van weghouden. Hij zat op YouTube toen er een filmpje van de plaatselijke afdeling van Vlaams Belang over haar verscheen, de partij die volgens Hermans een groot deel van het campagnebudget uitgaf om haar in een kwaad daglicht te stellen. Hoe ga je een kindje van tien uitleggen dat zijn moeder wordt uitgescholden omdat ze een nieuwe baan heeft gekregen? Je ziet hem denken: what the fuck? Ik heb geprobeerd uit te leggen dat het om een kleine groep gemene mensen gaat naast een veel grotere groep goede. Maar helemaal uit zijn hoofd krijg ik het niet meer, als een bol klei die je kan kneden. Eentje die er eerst nog niet was, en nu wel.”
„Als je zo vaak mikpunt van haat bent geweest, zie je ook vaak de tegenreactie: liefde”
Ontmenselijkt
Een maand heeft de affaire-Terzake haar levensgeluk in de weg gezeten, zegt ze. „Ik dacht: jullie hebben me eindelijk kapot gekregen. Maar dat is niet zo. Ik ben wel blijvend veranderd. Er zit een woede in mij die niet meer weggaat en die zich vooral richt op de VRT. Door het gesprek met De Wever kritiekloos uit te zenden, hebben ze gespeeld met mijn leven. Hij deed dit om boekjes te verkopen of voor electoraal gewin, maar de VRT was uit op sensatie. Ze hebben me nooit uitgenodigd om daar aan tafel te komen zitten. Ik kreeg alleen een berichtje voor de uitzending dat er iets zou komen.. De openbare omroep, een instelling waaraan ik meebetaal, heeft mij ontmenselijkt. Ik vind dat erger dan mensen die uit onwetendheid of ophitsing haat spuwen.”
De stad die haar aantrok als trajectcoördinator wilde niets weten van een ontslag, iets waar de plaatselijke afdeling van Vlaams Belang om had gevraagd. Alle andere partijen hadden geen bezwaren tegen haar benoeming. Zelfs de N-VA stemde tegen het voorstel van Vlaams Belang. Op de avond van de stemming in de gemeenteraad kwamen er tweehonderd mensen naar het stadhuis van Brugge om hun steun te betuigen.
Prestigeklus
En er was meer moois. Eind mei werd bekend dat Hermans namens de Vlaamse gemeenschap zitting zal nemen in de jury van de Libris Literatuurprijs, de belangrijkste boekenprijs in het Nederlands taalgebied. Ze wist dat al toen de storm rond haar losbarstte, en was even bang dat ze de prestigeklus daardoor zou mislopen. „Dat had ik ook wel begrepen.” Maar de stichting ging „unaniem” achter haar staan. „Dat is een mooie erkenning van mensen die recht van spreken hebben”, zegt ze trots. „Het is fijn om na jaren waarin ik twijfelde aan mijn capaciteiten als schrijver maar koppig doorging, nu te horen: goed gedaan.”
Het thema dat Dalilla Hermans voor Brugge Culturele Hoofdstad 2030 bedacht mag ze nog niet verklappen, maar gaat over het samenbrengen van mensen. Ze zette al een project op waarbij ze mensen tijdens een brunch bijeenbracht die elkaar normaal nooit treffen; dansers van verschillende cultuurhuizen bijvoorbeeld. „Laat mij de verbindende factor maar zijn. Als je zo vaak mikpunt van haat bent geweest, zie je ook vaak de tegenreactie: liefde.”